Destructiedrift zonder grenzen

Voor De Morgen van 12 februari 2014 recenseerde ik het boek “Compartimenten van vernietiging” van Abram de Swaan.

Nooit eerder las ik een boek waarin zoveel doden figureren als Compartimenten van vernietiging. Het boek is een non-fictie werk van de befaamde Nederlandse socioloog en essayist Abram de Swaan. Wie lectuur zoekt om bij te knikkebollen vlak voor het slapengaan raad ik af om te starten met deze zoektocht naar motieven voor moorddadig gedrag bij schijnbaar normale personen. Wie daarentegen een up-to-date feitenverslag wenst te lezen, dat bovendien ook nog eens goed geschreven is en accuraat ingaat op wetenschappelijke discussies, zal bij de Swaan zijn gading vinden.

Compartimenten van vernietiging gaat over massamoord en genocides. Onze geschiedenis staat bol van moorddadige acties waarbij op grote schaal systematisch hele bevolkingsgroepen werden uitgeroeid. Denk maar aan de kruisvaarten waarbij krijgsheren tijdens hun tocht naar het Heilige Land het niet nalieten om in naam van het Christendom talloze Joden en Moslims te vermoorden. Andere voorbeelden zijn de doding van zes miljoen Joden door Nazi-sympathisanten tijdens de Holocaust, of het terreurbewind binnen de Sovjet-Unie dat het leven kostte van naar schatting twintig miljoen onderdanen. Stuk voor stuk mensen die zich niet voldoende schikten naar de nukken van de gezagsdragers. Stuk voor stuk ook wrede doch goed georkestreerde acties met een duizelingwekkend dodental tot gevolg. Ik heb de teller van het aantal slachtoffers niet bijgehouden. Voor alle massacres die de Swaan bespreekt halen we zeker de droevige kaap van meer dan honderd miljoen.

Aan de ene kant leest Compartimenten van vernietiging als een geschiedkundig verslag, waarbij voornamelijk twintigste-eeuwse massamoorden de revue passeren. Naast de Holocaust en het terreurbewind in de Sovjet-Unie zijn dat onder andere de uitroeiing van miljoenen Congolezen door onze Leopold II en zijn handlangers, de genocide van Hutu’s op Tutsi’s in Rwanda, de massale uitroeiingscampagne door de Rode Khmer in Cambodja (die twee zevende van de bevolking trof), en de etnische onlusten van twintig jaar geleden in ex-Joegoslavië. De auteur beschrijft elk van deze genocides op een heldere manier. Goede stukken historische context helpen de lezer om te vatten wat precies plaatsvond. Heel fijn is dat de Swaan zich richt tot een breed publiek en tegelijkertijd ook telkens opnieuw de nuance opzoekt in de manier waarop hij rapporteert.

Daarnaast is het boek vooral ook een zoektocht naar de melange van oorzaken en aanleidingen die bepaalde bevolkingsgroepen er toe aan te zetten ‘gewone’ medemensen de dood in te jagen. Deze zoektocht vormt de ware inzet van het boek. De auteur wil doorgronden hoe het mogelijk is dat grote groepen, meestal jonge mannen, binnen een bepaald tijdsgewricht plots overgaan tot het doden van de buren waar ze eerst schijnbaar vreedzaam mee samenleefden. Op zich is dit uiteraard een bijzonder complexe en moeilijk te beantwoorden vraag, waarbij de lezer gelukkig kan terugvallen op de erudiete kennis van de Swaan. Waar de huidige academische wereld in toenemende mate te kampen heeft met verbrokkeling, en specialisten vaak slechts nog kundig lijken te zijn over de vierkante centimeter van hun eigen sub-discipline, biedt dit boek een integrerend antwoord. De auteur koppelt inzichten uit de ethologie en de sociologie, verwante vakgebieden als de psychologie en de psychoanalyse.

De kernbegrippen waar de auteur zijn betoog rond opbouwt zijn ‘compartimentalisatie’ enerzijds, en ‘identificatie’ en ‘desidentificatie’ anderzijds. Met de term compartimentalisatie verwijst de Swaan naar de tendens tot hokjesdenken waar de mens zo verlekkerd op is. Men hoeft geen groot observator te zijn om vast te stellen dat een partijtje sakkeren op de ander binnen groepen altijd zorgt voor een sfeer van collectiviteit en lichte opwinding. Blijkbaar niets zo plezant, zou men kunnen denken, dan als man eens lekker af te geven op de vrouwen, als Vlaming de Walen door het slijk te halen of zich als vrijzinnige prettig superieur te voelen ten aanzien van naïeve gelovigen. Hokjesdenken laat de mens toe om zichzelf moreel superieur te voelen.

Maatschappijen die de voedingsbodem vormden voor massamoorden en genocides cultiveerden onveranderlijk dergelijk hokjesdenken, maar hadden daarnaast ook af te rekenen met een collectief gevoel van onvrede. Hoe kan het dat in nazi-Duitsland zo vlotjes miljoenen Joden de dood werden ingejaagd? Omdat Joden jarenlang collectief bestempeld werden als profiteurs. Het waren indringers die de zuiverheid van de Duitse cultuur vertroebelden. Deze toenemende stereotypering ontstond niet in het luchtledige, maar kwam tot stand binnen een context van economische en sociale problemen. In het interbellum kampte Duitsland met grote werkloosheid en maatschappelijke instabiliteit, waar zondebokken voor gezocht werden.

Compartimentalisatie leidt tot een splitsing in het denken: het gaat om wij versus zij. Identificaties zorgen in groepen voor een wij-gevoel. Vereenzelviging met eenzelfde ideaal zorgt voor collectieve binding stelde Freud. Desidentificatie daarentegen, is het proces waarbij we de ander gaan beschouwen als iemand die op een storende manier verschilt van onszelf. Typisch voor menselijk functioneren volgens de krijtlijnen van identificatie en desidentificatie, is dat positieve eigenschappen en gebeurtenissen op het eigen conto geschreven worden, terwijl de ander beladen wordt met tonnen negativiteit. Al wat slecht is komt van de ander, terwijl we al wat goed is slechts te danken hebben aan onszelf.

De analyse in Compartimenten van vernietiging beperkt zich niet tot deze interpretatie die sterk de nadruk legt op collectieve dynamieken. Binnen genocidale regimes is niet iedereen effectief een moordenaar. Sommigen zijn vatbaarder om dader te worden dan anderen. Wat verklaart dit onderlinge verschil tussen mensen? de Swaan wijst vooral twee eigenschappen aan die stap tot moorddadigheid kunnen verkleinen. Enerzijds is dat een grotere geneigdheid bij sommigen om zich niet empathisch in te leven in anderen. Anderzijds wijst hij op de neiging om heel kritiekloos in te stemmen met autoritaire bevelen en zelf weinig standpunten in te nemen.

Compartimenten van vernietiging zal de lezer achterlaten met een zeker pessimisme over de mens en diens neiging om bij tijd en wijle – ondanks alle triomfen van de rede – toch weer de kant van de vernietiging op te gaan. Abram de Swaan is geen goeroe met een oplossing, maar een denker die ons aanzet om aantal duistere bladzijden van onze collectieve geschiedenis onder ogen te zien. Bepaalde details in het boek vond ik wat ongenuanceerd, zoals de visie van de Swaan op psychische normaliteit, maar globaal heb ik alle respect voor dit werkstuk.

 

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.